|
Emissienevels
Wat zijn dat?
In onze melkweg bevinden zich niet alleen sterren. Tussen de sterren in bevindt zich allerlei materie in de vorm van gas en stof. Op plekken waar veel van deze materie zit kunnen we het soms waarnemen. Dit noemen we dan een nevel. De dichtheid van zo’n nevel is nog altijd erg laag. Het stof en gas in de nevels is meer dan één miljoen keer zo ijl als het beste luchtledige dat geleerden op Aarde kunnen maken. We kunnen een nevel zien als het licht uitstraalt of juist licht van achtergelegen sterren tegenhoudt. Nevels die licht uitstralen noemen we diffuse nevels. Er bestaan twee soorten diffuse nevels: Emissienevels en Reflectienevels. Emissienevels zenden licht uit, doordat ze zo erg door dichtbij staande sterren verhit worden, dat ze beginnen te gloeien. Reflectienevels zenden licht uit, doordat ze licht van dichtbij staande sterren weerkaatsen. Nevels die licht tegenhouden noemen we donkere nevels of absorptienevels.
Emissienevels zijn nevels bestaande uit gas en stof die verhit worden door dichtbij staande sterren. Deze verhitting is zo groot dat de deeltjes in de nevel zelf licht gaan uitzenden. Dit is te vergelijken met het gloeien van de gloeidraden van een elektrische kachel. Net als deze gloeidraden zal het gas rood licht uitzenden. Emissienevels hebben dan ook een rode kleur.
Waar bevinden ze zich?
Emissienevels zijn objecten die behoren tot de galactische deepsky objecten. Dat zijn objecten binnen onze eigen melkweg. Aangezien emissienevels uit gas en stof bestaan, komen ze vooral voor op plekken waar veel gas en stof voorkomt. Dit is binnen de schijf van de melkweg. Ze zijn daardoor vooral zichtbaar langs de band van de melkweg aan de hemel.
Niet alleen in onze melkweg komen emissienevels voor, maar net zo veel in andere sterrenstelsels. In sommige van deze sterrenstelsels zijn deze zo helder, dat ze soms al met een vrij grote sterrenkijker te zien zijn. Ze worden dan meestal “H II gebieden” genoemd. Dit doordat ze hoofdzakelijk uit waterstof (afkorting H) bestaan dat geïoniseerd is.
Hoe zien ze eruit?
Nevels bestaande uit gas en stof kunnen de meest prachtige vormen hebben in mooie slierten. En omdat ze verhit worden door dichtbij staande sterren moeten er dus ook altijd sterren in de buurt van emissienevels staan. Deze staan er meestal middenin. De nevels zijn vaak wel veel minder helder dan deze sterren. Emissienevels zijn dan vaak moeilijke objecten om te bekijken.
Zoals al vermeld stralen emissienevels rood licht uit en hebben daardoor een rode kleur. Helaas zijn onze ogen niet meer gevoelig voor kleuren als het object heel zwak is. De kleuren van een emissienevel is dan ook moeilijk tot niet te zien. Alleen met een grote sterrenkijker is de kleur te zien in heldere emissienevels als bijvoorbeeld de Orionnevel.
Als je kleuren ziet in een nevel dan is deze meestal niet alleen rood, maar zijn ook andere kleuren als blauw en groen zichtbaar. Dit komt dan doordat de nevel tegelijk emissienevel en reflectienevel is. Reflectienevels zijn immers meestal blauw gekleurd. Soms kun je ook donkere gebieden in een nevel zien staan. Dit zijn dan meestal donkere nevels die het licht van de diffuse nevel erachter tegenhouden.
Door gebruik te maken van een smalband deepsky filter of (in mindere mate) een OIII deepsky filter kunnen veel emissienevels beter zichtbaar worden. De kleur licht die door emissienevels uitgezonden wordt (de diep rode H-alfa emissielijn), wordt namelijk door deze filters doorgelaten. Hierdoor wordt de emissienevel vaak veel beter zichtbaar.
Welke als eerste bekijken?
Eén van de mooiste emissienevels is M42, de Orionnevel in het sterrenbeeld Orion. Deze nevel is al met een verrekijker of een beginners sterrenkijker mooi te zien. Naast deze nevel bevat de Messier catalogus nog 6 emissienevels die al met beginners sterrenkijker goed te doen zijn. Dat is jammer genoeg niet zo veel. De Caldwell lijst bevat ook nog een aantal andere emissienevels, maar deze zijn al een stuk moeilijker. Helaas is het aantal heldere emissienevels gewoon niet zo groot…
|