Chiron
In 1977 ontdekte
Charles Kowal op de Mount Palomar
sterrenwacht een object tussen de banen van Saturnus en
Uranus. Het beweegt in een vrij elliptische baan om de
zon. De kortste afstand tot de zon bedraagt 1,3 miljard
kilometer. De planeet komt dan in de buurt van de baan
van Saturnus. Als Chiron zijn grootste afstand tot de
zon bereikt nadert hij de baan van de planeet Uranus. Zijn
afstand tot de zon bedraagt dan 2,8 miljard kilometer.
Op alle foto's deed Chiron zich voor als een stip. Daarom
ging men er van uit met een nieuwe
planetoïde te maken
te hebben. Het kreeg het nummer 2060 en als naam Chiron:
een wezen uit de griekse mythologie dat half mens, half dier
was. Vreemd was wel dat Chiron een baan beschreef tussen
Saturnus en Uranus. Bijna alle planetoïden beschrijven
namelijk banen tussen Mars en Jupiter. De omloopstijd van
de nieuwe planetoïde werd bepaald op 50,7 jaar.
Door de grote afstand van Chiron was het ook moeilijk de
diameter te bepalen. De eerste schattingen lagen tussen de
150 en 500 kilometer. In het begin van de jaren tachtig
kwam men met een preciezere waarde van ongeveer 180 kilo
meter.
In 1987 ontdekte men dat Chiron met grote regelmaat een
helderheidsverandering vertoonde van 0,1
magnitude. Hier
uit concludeerde men dat Chiron in bijna 6 uur om zijn as
draait. Dat is een rotatietijd die voor een planetoïde heel
gewoon is.
Een jaar later ontdekte men dat de gemiddelde helderheid
van Chiron plotseling enkele tienden van een magnitude méér
was toegenomen dan men op grond van de kleiner wordende
afstand tot de zon mocht verwachten. Eind 1988 was Chiron
bijna een magnitude helderder dan hij als planetoïde zou
moeten zijn. Voorzichtig vroeg men zich al of Chiron wel
een planetoïde was. Misschien zou het wel een
komeet zijn.
Een komeet is een opeenhoping van gruis, ijs en bevroren
gassen. Wanneer zo'n komeet dichter bij de zon komt, gaat
het ijs aan het oppervlak op een bepaald moment verdampen
en ontstaan er een wolk van gas en stof rond de kern. Zo'n
wolk noemen we een
coma. Een coma kaatst meer zonlicht terug
dan de veel kleinere kern en daardoor wordt een komeet bij
het naderen van de zon opeens veel helderder.
Zou Chiron echt een komeet zijn? In april 1989 maakten
enkele sterrenkundigen met een zeer gevoelige camera
een serie opnamen van Chiron. Zij ontdekten dat het beeldje
van Chiron niet meer puntvormig was, maar gehuld in een
neveltje. Dit neveltje had een middellijn van 5
boogseconden
en was in één richting uitgerekt. Net als bij de coma van
een komeet. Waarnemingen in het begin van 1990 bevestigden
dit. Eind januari 1990 strekte de coma zich uit tot 10
boogseconden. Dat kwam overeen met een afstand van 80.000
kilometer in de ruimte. De coma was uitgerekt in de richting
van de zon …f! Net als bij een komeet. Chiron schijnt dus
meer op een komeet dan op een planetoïde te lijken. Maar
is er op die afstand tot de zon, al komeetactiviteit
mogelijk? Er heerst daar een temperatuur van zo'n 170
graden onder nul. De meeste kometen vertonen op die afstand
nog geen enkele activiteit. Toch zijn er enkele uitzonde
ringen bekend. Onder andere bij de beroemde komeet Halley
begin 1990, toen de komeet, ver voorbij Saturnus, op een
afstand van 1,87 miljard kilometer van de zon aanwijzingen
vertoonde voor het vrijkomen van stof en gas. Als Chiron
een komeet zou zijn, en zijn diameter bedraagt werkelijk
180 kilometer, dan is die wel héél groot voor een komeet.
De komeetdiameters die men tot nu toe heeft gemeten liggen
in de orde van enkele kilometers. Komeet Halley, met zijn
16 kilometer is al een uitschieter. Dat roept dan wel de
vraag op of Chiron misschien toch nog een andersoortig
object is. Zou het meer vergeleken moeten worden met
objecten als de verre planeet Pluto en zijn maan Charon?
In 1988 werd ontdekt dat Pluto een ijle atmosfeer van
methaan heeft. Die atmosfeer wordt wat dichter wanneer
Pluto wat dichter bij de zon komt en wat dunner wanneer
hij zich er weer van verwijdert. Het methaan slaat dan
in de vorm van rijp weer op het oppervlak neer. De zon
is dus ook op die afstand nog in staat om bij een hemel
lichaam een soort komeeteffect te veroorzaken. Het is
mogelijk dat Pluto en zijn satelliet tijdens het ontstaans
proces van bijvoorbeeld Neptunus als restanten zijn
achtergebleven als een soort vrije satellieten. Misschien
is ook Chiron zo'n vrije satelliet, eenzaam rondzwervend
tussen de reuzenplaneten en in verschillende perioden
verschillende gedaanten vertonend. In 1996 bereikte
Chiron zijn kortste afstand tot de zon. Nu wordt deze
afstand weer groter.