Tycho Brahe
Tycho Brahe
|
Tycho Brahe werd op 14 december 1546 geboren in de plaats
Knudstrup in Denemarken. Hij stamde uit een rijke adellijke
familie en studeerde aanvankelijk rechten. Later studeerde
hij aan meerdere duitse universiteiten wiskunde en astronomie.
Na verschillende reizen door Midden-Europa keerde hij in
1570 naar Denemarken terug waar hij zijn astronomisch en
natuurwetenschappelijk werk begon. Hij is beroemd geworden
door de vele goede waarnemingen die hij heeft gedaan. En dat
zonder optische instrumenten, want de sterrenkijker werd pas
in 1609 uitgevonden!
Tycho kreeg veel belangstelling voor sterrenkunde toen hij
als 14-jarige jongen naar een zonsverduistering keek. Twaalf
jaar later had hij al een aantal instrumenten gemaakt waarmee
hij nauwkeurig de plaats van de sterren aan de hemel kon be
palen.
In november 1572 ontdekte hij een
supernova in het sterren
beeld Cassiopeia. De waarnemingen die Tycho Brahe aan deze
supernova verrichtte, heeft hij in zijn boek Ğde Stella Novağ
gepubliceerd. In 1575 voerde een volgende reis hem naar het
hof van de landgraaf Wilhelm von Hessel in Kassel. Deze maakte
koning Frederick II van Denemarken op de bekwaamheden van
Tycho Brahe opmerkzaam. Dat bleef niet zonder gevolg. Met
geld van koning Frederick II kon Tycho op het eiland Hven
twee sterrenwachten bouwen. Het eiland Hven ligt enkele
kilometers ten noorden van Kopenhagen. In deze sterren
wachten, Uraniborg en Stjerneborg, stelde hij zijn instru
menten op. De waarnemingen van Tycho Brahe waren verreweg de
nauwkeurigste voor de uitvinding van de kijker. Hij wist de
nauwkeurigheidsgrens van zijn metingen, die bij
Copernicus
ongeveer 10
boogminuten bedroeg, te verlagen tot 2 boogminuten
Door het gebruik dat
Johannes Kepler van zijn waarnemingen
maakte, heeft Tycho Brahe indirect in hoge mate tot de over
winning van het
heliocentrische wereldbeeld bijgedragen.
Johannes Kepler kon er namelijk de werkelijke beweging van
de planeten uit afleiden.
Na de dood van koning Frederick II in 1588 nam de interesse
aan het hof voor de sterrenkunde af. Bovendien kon hij
slecht opschieten met verschillende hooggeplaatste mensen
aan het hof. Dat leidde uiteindelijk tot de ondergang van
zijn instituut. In 1597 besloot hij Denemarken te verlaten.
Na een kort verblijf bij de graaf von Rantzau in Wandsbek
ging hij op uitnodiging van keizer Rudolph II naar Praag.
Daar was hem echter als keizerlijk astronoom en wiskundige
nog maar een korte tijd gegund. Hij haalde de Duitse astro
noom Johannes Kepler als medewerker naar Praag en liet deze
zijn wetenschappelijk werk na toen hij op 24 oktober 1601
in Praag overleed.