Amplitude
De amplitude geeft bij een
veranderlijke ster het verschil
aan tussen
maximum (de grootste helderheid) en
minimum (de
kleinste helderheid. Een hele bekende veranderlijke ster
is de ster
Algol in het sterrenbeeld Perseus. Deze ster
verandert van helderheid doordat de ster van de aarde uit
gezien regelmatig bedekt wordt door een zwakkere begeleider.
Normaal heeft Algol een helderheid van
magnitude 2,2. Wan
neer Algol door zijn zwakkere begeleider is bedekt is de
helderheid gedaald tot magnitude 3,5. De amplitude bedraagt
dus 1,3 magnituden. Veel veranderlijke sterren hebben een
hele grote amplitude. Bijvoorbeeld de ster U Orionis. Deze
ster is in zijn maximum van magnitude 5. Dus nog net met het
blote oog te zien. In zijn minimum is de helderheid gedaald
tot magnitude 13. Dan is ze zelfs in een niet al te grote
sterrenkijker onzichtbaar. De amplitude van deze ster
bedraagt dus maar liefst 8 magnituden. Dat komt overeen
met een helderheidsverschil van maar liefst 1600 keer!