Uranus
|  De planeet Uranus
 | 
In de Oudheid kende men slechts zes planeten. Dat waren 
Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter en Saturnus. De 
ontdekking van Uranus gebeurde ook totaal onverwacht. Niemand 
verwachtte eigenlijk dat er nóg een planeet zou zijn. Op 13 
maart 1781 zag 
William Herschel een wazig vlekje in het 
sterrenbeeld Tweelingen. Hij dacht een nieuwe komeet te 
hebben gevonden. Toen de baan wat beter bekend werd, bleek 
het echter een nieuwe planeet te zijn.
Toen Uranus eenmaal bekend was ging men in oude waarnemings
boeken snuffelen om te kijken of de planeet soms al eerder 
was waargenomen zonder dat men wist dat het een nieuwe 
planeet was. Dat bleek inderdaad zo te zijn. Voordat Herschel 
in 1781 Uranus ontdekte bleek de planeet al 22 keer opgetekend 
te zijn. Voor het eerst zelfs in 1690! 
Overigens is het de Duitse sterrenkundige 
Bode geweest, die 
voor de nieuw ontdekte planeet de naam Uranus heeft voorgesteld.
|  Doorsnede van Uranus
 | 
Herschel zelf wilde de planeet «Georgium Sidus» noemen. Dat 
betekent «Ster van George» en was bedoeld als eerbetoon aan 
koning George III van Engeland. Je begrijpt dat buiten 
Engeland niemand enthousiast was over deze naam. Ook een 
voorstel van de sterrenkundige 
Lalande om de nieuwe planeet 
«Herschels planeet» te noemen, werd verworpen. Bodes voorstel 
«Uranus» werd door de Europese sterrenkundigen steeds meer 
gebruikt. Uranus betekent «hemel». In de Griekse mythologie 
was hij de echtgenoot van Gea, dat «aarde» betekent.
Zelfs met de grootste telescopen is het praktisch onmogelijk 
veel details op Uranus waar te nemen. Dat komt doordat de 
planeet veel verder dan de zon staat dan Jupiter of Saturnus.
Bovendien is de planeet aanmerkelijk kleiner. Toch is Uranus 
veel groter dan bijvoorbeeld de aarde. Haar middellijn bedraagt 
ongeveer 50.800 kilometer. De gemiddelde afstand tot de zon 
is 19,19