Helixnevel
De Helixnevel, ook wel aangeduid als NGC 7293 (dat wil
zeggen nummer 7293 uit de
New
General
Catalogue) is een
planetaire nevel in het sterrenbeeld Waterman. Van alle
planetaire nevels heeft deze de grootste schijnbare
afmetingen: 12 bij 12
boogminuten. Dat is ongeveer de
helft van de schijnbare middellijn van de maan. Hoe
groter de schijnbare afmeting van een planetaire nevel
is, hoe geringer ook zijn oppervlakte-helderheid. De
schijnbare helderheid van de Helixnevel is
magnitude 6«.
Daarmee lijkt het een gemakkelijk object voor een verre
kijker. Dat valt echter zwaar tegen. De schijnbare
magnitude van een nevel geeft de helderheid aan als
alle materie van de nevel in één punt is geconcentreerd.
Hoe groter de nevel is, hoe zwakker deze lijkt. Daar
komt nog bij dat de Helixnevel in ons land nooit erg
hoog boven de horizon komt te staan. Maximaal slechts
17 graden!
De grote schijnbare afmeting van de Helixnevel geeft al
aan dat de nevel niet al te ver weg staat. Zijn afstand
wordt geschat op ongeveer 450
lichtjaar. Daarmee is de
Helixnevel de dichtstbijzijnde planetaire nevel. De ware
diameter bedraagt ongeveer 1,75 lichtjaar. De massa is
ongeveer 0,1 keer de massa van de zon.
Zoals in alle planetaire nevels is de centrale ster een
blauwachtige dwerg. Zijn middellijn is vijftig keer
kleiner dan de middellijn van de zon. Maar de oppervlakte
temperatuur is 100.000 graden. De ster heeft een schijn
bare helderheid van magnitude 13,3. De
absolute magnitude
bedraagt ongeveer 7«.
De
Hubble Space Telescope heeft ook van de Helixnevel
schitterende opnamen gemaakt. Op deze foto's zijn aan
de binnenrand van de nevel duizenden komeetachtige
objecten te zien die door hun vorm de naam «kikkervisjes»
hebben gekregen. Met kometen hebben deze kikkervisjes
natuurlijk niets te maken. De objecten bevinden zich op
een afstand van enkele biljoenen kilometers van de centrale
ster. Hun ijle staarten, die elk ruim honderd miljard kilo
meter lang zijn, wijzen van de ster af en vormen een radiaal
spakenpatroon, dat overigens ook op foto's genomen vanaf de
aarde, te zien is.
Een mogelijke verklaring voor het bestaan van die «kikker
visjes» is dat ze zijn ontstaan tijdens de laatste levens
jaren van de ster, toen deze zijn buitenste gaslagen de
ruimte in blies. Het ontstaan van een planetaire nevel kent
namelijk verschillende stadia; de gaslagen die de ster in
het laatste stadium uitstoot zijn veel sneller dan de gas
schil die hij tienduizend jaar eerder wegblies. En als het
hete, ijlere gas in botsing komt met het koele, trage gas
ontstaat er een onstabiele toestand waarbij de twee gassen
zich vermengen en de aanvankelijk gelijkmatige gasnevel
begint te verbrokkelen. Bij dit proces valt de nevel uiteen
in kleine, vingerachtige druppeltjes: de kikkervisjes.
Theoretische modellen voorspellen dat de «kikkervisjes»
normaal gesproken een levensduur van een paar honderd
duizend jaar hebben; dan vallen ze uiteen. Maar de stof
deeltjes in de kikkervisjes zouden ook kunnen gaan samen
klonteren en een planeetachtig object ter grootte van de
aarde vormen. Deze ijzige objecten zouden van de stervende
ster bewegen en tot het einde der tijden door de inter
stellaire ruimte blijven zwerven.
Meer over allerlei nevels in het algemeen kun je lezen
bij het trefwoord
nevels.