Gravitatielens
Het effect van een gravitatielens
|
Het is algemeen bekend dat een massa door de
zwaartekracht wordt aangetrokken door een andere massa.
De aantrekkingskracht van de aarde zorgt er bijvoorbeeld voor dat als je
omhoog springt, je weer op aarde terecht komt. Ook zorgt
de zwaartekracht er voor dat de maan om de aarde blijft
draaien en de planeten om de zon. Minder bekend is dat massa
ook licht aantrekt: als een lichtstraal langs een zwaar
object scheert, zal als gevolg van de zwaartekracht de baan
van die lichtstraal worden afgebogen. De afbuiging van
licht door massa werd al in 1804 voorspeld door de Duitser
Soldner op basis van de wetten van
Newton. Het was echter
Einstein, die na het ontwikkelen van zijn algemene
relativiteitstheorie de juiste afbuigingshoek voorspelde.
Dat deze afbuigingshoek klopte is voor het eerst aangetoond
bij een zonsverduistering in 1919. Doordat de zon verduisterd
was, was het mogelijk een aantal sterren te zien die zich
- natuurlijk schijnbaar - vlak bij de zon bevonden. De verplaatsing
van deze sterren door het gravitatielens-effect
bleek precies overeen te komen met de voorspelling van
Einstein.
Door de
Hubble Space Telescope zijn de afgelopen jaren
enkele bijzondere foto's gemaakt waarop dit gravitatielens
effect ook te zien is. Eén ervan is een opname van een groep
sterrenstelsels die bekend staat onder de naam Abell 2218.
Op de opnamen zijn een aantal boogjes te zien die het gevolg
zijn van het gravitatielens-effect. De gefotografeerde
cluster is zó zwaar en compact, dat passerende lichtstralen
door zijn enorm sterk zwaartekrachtveld worden afgebogen.
Net zoals licht door een lens kan worden afgebogen. Door
dit effect worden de beelden van objecten die ver achter de
cluster liggen, vergroot, versterkt en vervormd. De cluster
doet als het ware dienst als een vergrootglas waardoor we
sterrenstelsels kunnen zien, die normaal te zwak zijn om te
worden waargenomen.