Dimensie
Wil je de plaats van een punt aan de evenaar weten, dan
heb je aan
één gegeven voldoende. Dat is de
geografische
lengte. We zeggen dat de evenaar één dimensie heeft. Hij
is
één-dimensionaal. Zo heeft iedere lijn slechts één
dimensie. De evenaar is immers ook een lijn. Het is de
denkbeeldige lijn die de aarde in een noordelijk en een
zuidelijk halfrond verdeeld.
Om de plaats van een punt op het oppervlak van de aarde
te weten, heb je
twee gegevens nodig. Dat zijn de geo
grafische lengte en de
geografische breedte. Het aard
oppervlak heeft twee dimensies. Het is
twee-dimensionaal.
Elk vlak heeft twee dimensies.
Je hebt
drie gegevens nodig om de plaats van een punt in
de dampkring van de aarde aan te geven. Behalve de geo
grafische lengte en breedte moet je ook de
hoogte boven
het aardoppervlak weten. De dampkring van de aarde heeft
dus drie dimensies. Hij is
drie-dimensionaal.
Om de positie van een ster in het heelal te weten, heb je
ook drie gegevens nodig. Het zijn
rechte klimming (R.K.),
declinatie en
afstand. De eerste twee zijn nodig om de
richting van een ster aan te geven. Ook het heelal heeft
drie dimensies.
Om een gebeurtenis in het heelal vast te leggen heb je
vier gegevens nodig. Je moet namelijk niet alleen de
plaats weten, waar iets gebeurt. Ook het tijdstip
waarop het gebeurt moet bekend zijn. Daarom wordt er
wel eens gezegd, dat gebeurtenissen zich afspelen in
een
vier-dimensionaal ruimte-tijd-heelal.