CCD
Sterrenkundige waarnemingen hebben de laatste jaren een ware
revolutie doorgemaakt door de opkomst van «charge coupled
devices» (CCD's) en andere soorten detectoren. Astronomen
kunnen nu beelden en spectra vastleggen van zeer zwakke
objecten of van objecten in zeer dicht (met sterren) bevolkte
gebieden, welke onbereikbaar waren met eerdere methoden.
Tegelijk is de nauwkeurigheid van de metingen drastisch
toegenomen. Ze kunnen nu waarnemingsprojecten ondernemen
waar met oudere methoden als fotografie of foto-elektrische
fotometrie niet eens aan werd gedacht. De omwenteling is zo
groot dat tegenwoordig op alle belangrijke sterrenwachten
ter wereld vrijwel alle beelden met deze nieuwe technologie
worden opgenomen.
De CCD kan worden voorgesteld als een computerchip die
bestaat uit honderden, of duizenden individuele fotometers.
Een silicium halfgeleider heeft de eigenschap dat er
elektronen worden afgegeven wanneer het oppervlak wordt
geraakt door licht. Het aantal elektronen dat wordt
afgegeven is evenredig met de helderheid van het opvallende
licht. Als tien keer meer
fotonen een oppervlakte-eenheid)
(een beeldelement of pixel) raken, worden er tien keer meer
elektronen opgewekt. In tegenstelling tot de ingewikkelde
relatie tussen helderheid en zwarting van de fotografische
plaat, is de relatie tussen helderheid en hoeveelheid
opgewekte lading op het oppervlak van een CCD lineair met
een nauwkeurigheid van 0,1% over het grootste deel van zijn
bereik.
Enkele jaren terug hadden CCD's een omvang van 512 rijen
bij 320 kolommen (163.840 pixels); moderne exemplaren hebben
een omvang van 2048 x 2048 (4.194.304) pixels en nog grotere
maten zullen niet lang op zich laten wachten.
De CCD is gevoelig voor fotonen uit een zeer groot golflengte
gebied, van röntgenstraling tot nabij-infrarood. Geen enkele
andere detector is bruikbaar in zo'n groot deel van het
spectrum. De mate waarin de fotonen worden geregistreerd is
hoger dan bij vrijwel elke andere detector. Alleen in het
ultraviolet is de CCD relatief ongevoelig, maar dit is
verbeterd in de nieuwere chips. Dit heeft men bereikt door
het oppervlak van de chips te voorzien van een dun laagje
fosfor dat UV-licht omzet in licht met een langere golf
lengte of door de chips zo dun mogelijk te maken door ze
af te bijten met zuren.
Het menselijk oog ziet ongeveer 1 op de 100 beschikbare fo
tonen. In een CCD wordt bijna de helft van alle fotonen
gedetecteerd. Een detector met een effectiviteit van 100%
zou een elektron afgeven voor elk ontvangen foton. Een ander
belangrijk kenmerk van de CCD is dat de ruis (extra signaal
die niet afkomstig is van het waargenomen object) voor elke
meting erg laag is. Hierdoor kunnen zelfs zeer zwakke
sterren worden gemeten.
Tijdens de belichting geeft elke pixel elektronen af, die
worden opgeslagen in de chip. Aan het eind van de belichting
wordt de chip uitgelezen door de opgespaarde elektrische
lading rij voor rij naar één zijde van de chip te transpor
teren. Aan de zijkant van de chip wordt de lading, pixel
voor pixel, gelezen en de informatie wordt weggeschreven
naar het geheugen van de aangesloten computer. De uitleestijd
van de grotere chips is een factor waarmee rekening gehouden
moet worden: deze kan oplopen tot enige minuten. Ten behoeve
van spectroscopisch onderzoek zijn er speciale langwerpige
CCD-chips ontworpen.
Gelijk met de omvang van de chips (zowel voor beelden als
voor spectra) neemt ook de verkregen hoeveelheid gegevens
sterk toe. Voor het beeld van een 2048 x 2048 chip is onge
veer 10 megabyte aan computergeheugen nodig. Als men enkele
beelden tegelijk aan het verwerken is, kan dit oplopen tot
bijna een gigabyte (1000 megabyte). De ontwikkeling van
computers houdt echter gelijke tred met die van CCD's, dus
de meeste computers van sterrenwachten kunnen dit werk aan.
Een van de belangrijkste voordelen van CCD's is dat de data
in digitale vorm beschikbaar zijn, zodat de informatie met
behulp van computerprogramma's kan worden verwerkt en
gemanipuleerd. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld zwakke
details die anders onzichtbaar zouden blijven, extra worden
benadrukt.
De gevoeligheid van een CCD-chip is niet over het gehele
oppervlak gelijk en dus moet hiervoor worden gecorrigeerd,
wil men nauwkeurige helderheden kunnen meten of spectra
opnemen. Dit doet men door opnamen te maken van gelijkmatig
verlichte oppervlakken, bijvoorbeeld van de hemel tijdens
de schemering of van een verlicht wit paneeltje in de
koepel. In deze zgn. «flats» zijn de kleine afwijkingen
van de CCD zichtbaar en zo kan er tijdens het verwerken
van de waarnemingen worden gecorrigeerd.