Lichte en donkere nevels
De ruimte tussen de sterren is niet helemaal leeg. Er be
vinden zich talloze gas- en stofdeeltjes. Deze deeltjes
noemen we
interstellaire materie. Onder materie verstaan we
alles wat ruimte inneemt. Ons woord materiaal is ervan
afgeleid. Interstellair betekent «tussen de sterren».
De interstellaire materie bestaat voor ongeveer 60% uit
waterstof, 38% uit helium en 2 % uit zwaardere
elementen.
De totale massa van de interstellaire materie is voor 99%
afkomstig van de gasdeeltjes. Stofdeeltjes maken slechts
1% van de massa uit. De stofkorrels bevatten vooral zware
elementen. Ze hebben gemiddeld een doorsnede van 0,001 tot
0,0001 mm. Hun massa is bijzonder klein. Tienduizend mil
jard (dat is 10 biljoen) korrels wegens samen slechts één
gram. De dichtheid van de interstellaire materie komt
gemiddeld overeen met 0,8 atoom per kubieke centimeter. Ofwel:
een kubus met zijden van 10 lichtjaar bevat een massa van
ongeveer 0,6 keer de massa van de zon.
Op sommige plaatsen is de dichtheid echter veel groter. Daar
komen uitgestrekte nevels voor. Bestaan deze nevels uit
gassen, dan noemen we ze
gasnevels. Bestaan ze echter uit
stof, dan worden ze
stofnevels genoemd.
Door de interstellaire materie wordt het licht van sterren
in elke richting verzwakt. Net zoals het licht van een straat
lantaarn bij mist wordt verzwakt door de waterdruppeltjes
in de lucht waaruit de mist bestaat. Dit verzwakkingsproces
noemen we
extinctie of
interstellaire absorptie. De extinctie
verschilt van plaats tot plaats. Ze is afhankelijk van de
dichtheid van de gas- en stofwolken. In de richting van de
melkweg neemt de helderheid van een object gemiddeld twee
magnituden per
kiloparsec af. Eén kiloparsec is 1000 parsec
ofwel 3260 lichtjaar. Op deze afstand lijken de sterren dus
gemiddeld twee magnituden zwakker door de interstellaire
absorptie. Op sommige plaatsen is de verzwakking echter veel
groter. In sommige wolken wel tientallen magnituden per
parsec!
De verzwakking van het sterlicht, dus de extinctie, is niet
voor alle straling hetzelfde. Rood licht heeft minder last
van extinctie dan blauw licht. Het gevolg is, dat de kleur
van een ster verandert als gevolg van het stof. Dit ver
schijnsel noemen we
interstellaire verroding of
interstel
laire verkleuring.
Verreweg de meeste nevels zijn gasnevels. Deze gasnevels zijn
bijna altijd vermengd met stof. Je moet niet denken dat de
dichtheid in die wolken erg groot is. Deze gas- en stofwolken
in de ruimte zijn juist héél erg ijl. Zelfs zó ijl, dat de
geleerden dat in hun laboratoria niet na kunnen maken. Het
stof en gas in de nevels is meer dan één miljoen keer zo
ijl dan het beste luchtledige dat de geleerden kunnen maken!
Er zijn verschillende soorten nevels. In de buurt van zeer
hete sterren komen soms verdichtingen in de nevels voor. Door
de hete straling van de sterren in de buurt wordt het gas
verwarmd. Het wordt zelfs zó heet, dat het gas zŠlf licht
gaat uitstralen. Deze nevels worden
emissienevels genoemd.
Eén van de mooiste voorbeelden van een emissienevel is de
Orionnevel. Hier straalt het gas zŠlf licht uit. Deze gebieden
van lichtgevend gas bestaan voornamelijk uit
geïoniseerde
waterstof. In normale toestand bestaat een waterstof
atoom
uit twee deeltjes. Een
proton in de kern en een
elektron dat
om het proton heen draait. Het proton heeft een positieve
lading en het elektron een negatieve lading. Een dergelijk
waterstofatoom noemen we
neutraal waterstof. Beide ladingen
heffen elkaar immers op. Wanneer een waterstofatoom echter
sterk verhit wordt, kan het gebeuren dat het elektron ont
snapt. We spreken dan van
ionisatie. Geïoniseerde waterstof
atomen bestaan enkel nog uit losse protonen. De elektronen
zijn uit het waterstofatoom verdwenen. Wolken met geïoniseerd
waterstofgas noemen we vaak
H II-gebieden. Wolken met neutrale
waterstof worden
H I-gebieden genoemd. Geïoniseerde waterstof
zendt straling uit van een aantal heel beperkte golflengten.
Dergelijke H II-gebieden hebben een roodachtige kleur.
Reflectienevels zijn eveneens lichtende nevels. Reflecteren
betekent terugkaatsen. Ook in de buurt van reflectienevels
staan sterren. Deze sterren zijn echter wat minder heet dan de
sterren die in de buurt van emissienevels staan. Ze zijn niet
heet genoeg om er voor te zorgen dat de nevels zelf ook licht
gaan uitstralen. Wel wordt de nevel door de sterren verlicht.
Vandaar dat we deze nevels met een kijker kunnen zien. Ze
reflecteren het licht van de sterren. Eigenlijk is het precies
zo met de planeten in het zonnestelsel. De planeten stralen
zelf ook geen licht uit. Ze worden door de zon verlicht en
kaatsen dit licht weer terug. Precies zoals bij de reflectie
nevels. Reflectienevels hebben altijd de kleur van de ster
waar ze bij in de buurt staan. Een mooi voorbeeld van reflectie
nevels zijn de nevels om de helderste sterren van de
Pleiaden.
Dat is een prachtige
open sterrenhoop in het sterrenbeeld
Stier. Vooral in de winter kun je deze sterrenhoop ge
makkelijk met het blote oog zien. Een andere naam voor deze
sterrenhoop is het
Zevengesternte.
Reflectienevels en emissienevels zijn dus beiden
lichtende
nevels. Lichtende nevels worden ook wel
diffuse nevels ge
noemd. Ze behoren tot het mooiste wat de hemel te bieden
heeft. Er komen veel heldere diffuse nevels voor. Een aantal
is zelfs al door een verrekijker te zien.
Behalve lichtende nevels zijn er ook
donkere nevels. Deze
donkere nevels bevatten ongeveer hetzelfde stof- en gas
mengsels als de diffuse nevels. Maar ze hebben geen ster
in de buurt om ze tot lichten te brengen. Wel houden ze
het licht tegen van de sterren die er achter staan.
In de melkweg zijn veel van deze donkere wolken te vinden.
Daarom lijkt de melkweg op veel plaatsen onderbroken. Het
licht van de sterren van de melkweg wordt door de donkere
wolken tegengehouden. Eén van de bekendste donkere nevels
is de
Paardekopnevel in het sterrenbeeld Orion.
Al deze gas- en stofwolken zijn erg groot. In het sterren
beeld Zwaan kun je op een heldere nacht al duidelijk zo'n
wolk zien. Deze donkere wolken staan op een afstand van
meer dan tweeduizend lichtjaar. De middelijn van deze
donkere wolk is bijna vijfhonderd lichtjaar.
We hebben al verteld dat alle gasnevels bijzonder ijl
zijn. Omdat ze echter zo ontzettend groot zijn, is er toch
erg veel materie aanwezig. Vaak meer dan genoeg om tien
tallen nieuwe sterren te vormen.
Planetaire nevels behoren eigenlijk tot de groep lichtende
nevels. De naam planetaire nevel is afkomstig van
William
Herschel (1738-1822) die in 1785 deze naam aan dit type
nevel gaf. Planetaire nevels lijken in kijkers een beetje
op een schijfje. Net als de planeten. Maar ze hebben met
planeten natuurlijk niets te maken.
Planetaire nevels zijn ronde of bolvormige gasmassa's. In
het midden vinden we meestal een zwak sterretje. Die noemen
we daarom de
centrale ster. Hij staat immers in het centrum
van de nevel. De centrale ster heeft het gas van de nevel
tijdens een nova-uitbarsting de ruimte ingeblazen. Hoe
dat kan staat beschreven bij het trefwoord
nova.
Een planetaire nevels heeft gemiddeld een diameter van
40.000
astronomische eenheden. Eén astronomische eenheid
(A.E.) komt overeen met de gemiddelde afstand van de aarde
tot de zon. 40.000 A.E. is ongeveer 0,2 lichtjaar. De massa
van een planetaire nevel ligt tussen 0,05 en 0,20 keer de
massa van de zon. De gasschillen bestaan voornamelijk uit
waterstof. De dichtheid erin is ongeveer duizend keer zo
groot als die in de ruimte tussen de sterren.
Planetaire nevels worden groter doordat ze nog steeds uit
zetten. Dat uitzetten noemen we
expanderen. De snelheid
waarmee ze expanderen ligt meestal tussen de 10 en 50
kilometer per seconde. Dat hebben de sterrenkundigen kunnen
berekenen uit metingen van de Doppler-verschuivingen van de
spectraallijnen. Uit deze snelheden en de totale massa van
de nevel kan bovendien berekend worden hoe lang planetaire
nevels kunnen bestaan. Dat blijkt ten hoogste honderdduizend
jaar te zijn. Het zijn daarom, astronomisch gezien, kort
durende verschijnselen.
De reden waarom een planetaire nevel licht geeft, is precies
hetzelfde als bij een emissienevel. In het centrum van de
nevel staat een ster van
spectraaltype O. De oppervlakte
temperatuur van die ster bedraagt wel 30.000 tot 100.000°C.
De ster zendt kortgolvige straling uit van zeer hoge energie.
Die straling noemen we
röntgenstraling. Ook zendt de ster
ultra-violette straling uit. Door deze energierijke straling
worden de elektronen van de atomen gescheiden waardoor
geïoniseerde waterstof gaat oplichten. De delen van de nevel
die het dichtst bij de centrale ster staan, ontvangen ook
de meeste straling van die ster. Die worden dan ook het
meest verhit.
Het bekendste voorbeeld van een planetaire nevel is de
Ringnevel in het sterrenbeeld Lier. Andere voorbeelden
zijn de
Uilnevel in de Grote Beer, de
Halternevel in het
Vosje en de
Helixnevel in de Waterman.
Een planetaire nevel is in feite het gevolg van een nova.
Zo kennen we ook
supernova-restanten. Een van de bekendste
voorbeelden van het restant van een supernova is de
Krabnevel in het sterrenbeeld Stier. De Krabnevel is in 1731
ontdekt door de Engelse sterrenkundige
John Bevis. Maar
zijn naam dankt de nevel aan de Ier
William Parsons, ook
wel
Lord Rosse genoemd. Deze bekeek de nevel met zijn grote
telescoop die hij zelf had gebouwd en in 1845 in gebruik
had genomen. Zijn telescoop had een spiegelmiddellijn van
maar liefst 182 centimeter. Tot 1917 was dit de grootste
telescoop ter wereld. In deze kijker zag William Parsons
dat de nevel vol is met onregelmatige slierten die hem
deden denken aan de poten van een krab.
De Krabnevel is het restant van een supernova-explosie die
op 4 juli 1054 verscheen. Dat weten we zo precies omdat
Chinese sterrenkundigen deze supernova-explosie in hun
kronieken hebben vastgelegd. Behalve de precieze datum
waarop de nova verscheen, weten we ook dat hij gedurende
23 dagen zelfs overdag gezien werd. Eerst in het daarop
volgende jaar verdween de ster van de nachtelijke hemel. De
grootste helderheid van de supernova moet ongeveer magnitude
-6 zijn geweest. Daarmee was ze vijf keer zo helder dan de
planeet Venus!
In dit programma vind je verder informatie over een aantal
bekende nevels bij de volgende trefwoorden: