Schemering
In het gewone taalgebruik is dit de tijd tussen zonsonder
gang en het moment dat het helemaal donker is geworden. We
onderscheiden:
de
burgerlijke schemering: de tijd tussen zonsondergang en
het moment dat de zon 6« graad onder de horizon staat;
de
nautische schemering: de tijd tussen zonsondergang en
het moment dat de zon 12 graden onder de horizon staat;
de
astronomische schemering: de tijd tussen zonsondergang
en het moment dat de zon 18 graden onder de horizon staat.
Gedurende een deel van de zomer (van half mei tot eind juli)
komt de zon in het geheel geen 18 graden onder de horizon te
staan. Deze periode noemen we de
grijze nachten.
Pas als de zon achttien graden onder de horizon is gezakt
wordt de atmosfeer nog maar zó zwak door de stralen van de
zon verlicht dat we daar geen last meer van hebben. De eigen
straling van de nachthemel wordt nu niet meer beïnvloed door
het zonlicht. Bij helder weer komen nu de
melkweg en de
zwakste met het blote oog zichtbare sterren tevoorschijn.