Pi
Pi (normaal geschreven als ã) is een letter uit het Griekse
alfabet. Vaak stelt het een onmeetbaar getal voor dat gelijk
is aan de omtrek van een cirkel gedeeld door zijn middellijn.
Het getal ã bedraagt afgerond 22/7 ofwel 3,14. Pi maal de
middellijn geeft dus de omtrek van een cirkel.
In formulevorm: ã x m = omtrek. Hierin staat de m voor de
middellijn en ã bedraagt zoals gezegd 3,14.
Voorbeeld: een cirkel heeft een middellijn van 10 meter. Wat
is zijn omtrek? De formule was ã x m = omtrek. Het getal ã
is 3,14 en de middellijn m is dus 10 meter. We krijgen dus:
ã x m = omtrek, ofwel 3,14 x 10 meter = omtrek. De omtrek
van deze cirkel is dus 31,4 meter.
Vaak kom je ook de formule 2ã x r tegen voor het uitrekenen
van de omtrek van een cirkel. In deze formule staat de letter
r voor de straal. De straal is de halve middellijn van een
cirkel. De uitkomst van deze formule is hetzelfde als bij de
formule hierboven. Kijk maar: 2ã x r = omtrek, ofwel
2 x 3,14 x straal = omtrek. De straal is de halve middellijn,
dus 5 meter. We krijgen dan: 2 x 3,14 x 5 meter = 31,4 meter.
Zie je dat het helemaal niet zo moeilijk is?
Met computers hebben geleerden het getal ã bepaald met een
nauwkeurigheid van 1 miljoen cijfers achter de komma! Dat
is eigenlijk zinloos. Met de bovenvermelde waarde van 3,14
kun je uitstekend werken.