Neptunus
De planeet Neptunus
|
Na de ontdekking van Uranus in 1781, werden in de baan van
deze planeet onregelmatigheden gevonden. Deze konden worden
verklaard door aan te nemen dat er nog een achtste planeet
was. Onafhankelijk van elkaar probeerden de wiskundigen
Leverrier in Frankrijk en
Adams in Engeland de plaats van deze
planeet te berekenen. Leverrier was toen nog betrekkelijk
onbekend. Hij werkte op de sterrenwacht van Parijs. Adams
was student in de wiskunde aan de universiteit van Cambridge.
Leverrier heeft bijna tweehonderd waarnemingen van Uranus
gebruikt bij zijn berekeningen. Die waarnemingen besloegen
een periode van zo'n 150 jaar. Er was zelfs een waarneming
bij van de bekende sterrenkundige
Flamsteed. Die waarneming
had Flamsteed in 1690 gedaan. Hij wist natuurlijk niet dat
hij een nieuwe planeet had opgetekend, want zoals verteld,
is Uranus pas ontdekt in 1781. In zijn berekeningen hield
Leverrier ook rekening met de aantrekkingskracht van de
reuzenplaneten Jupiter en Saturnus.
In de zomer van 1846 kwam Leverrier klaar met zijn berekeningen.
Op 18 september van dat jaar schreef hij een brief
met de resultaten van zijn berekeningen naar de sterren
kundige
J. Galle in Berlijn. Galle ontving de brief van
Leverrier op 23 september. Het was die avond helder en
Galle besloot dezelfde avond maar te gaan kijken. En inderdaad,
op minder dan één graad van de door Leverrier berekende
plaats vond Galle de nieuwe planeet. Deze kreeg de naam
Neptunus.
Ook Adams berekende de plaats van de nieuwe planeet. Hij
was er zelfs wat eerder mee klaar dan Leverrier. Het resultaat
van zijn berekeningen stuurde Adams naar de sterren
wacht van Greenwich. Door gebrek aan medewerking van de mensen
op deze sterrenwacht werd de planeet niet gevonden. Natuurlijk
erg jammer voor Adams!
Aan dit voorbeeld zie je hoe belangrijk de wiskunde in de
sterrenkunde is. Het is toch erg knap om van achter de
schrijftafel een nieuwe planeet te ontdekken.
Overigens blijkt Neptunus, evenals Uranus, al lang vóór
zijn eigenlijke ontdekking op 23 september 1846 door ver
schillende waarnemers te zijn opgetekend. Zonder dat ze
wisten met een nieuwe planeet te maken te hebben. Zelfs
de beroemde sterrenkundige
Galileo Galileï heeft ruim
tweehonderd jaar voor de eigenlijke ontdekking van Neptunus
de planeet twee keer opgetekend. Op 28 december 1612
tekende Galileï naast Jupiter en zijn maantjes een ander
object dat hij voor een ster aanzag. Tegenwoordig weten
we dat daar toen geen ster in de buurt stond. Ook op
28 januari 1613 heeft Galileï Neptunus waargenomen.
Een doorsnede van de planeet Neptunus
|
Neptunus is evenals Uranus een gasplaneet. Alleen is
Neptunus wat kleiner. Toch heeft de planeet nog een
middellijn van 48.400 kilometer. Gemiddeld staat
Neptunus bijna 4500 miljoen kilometer van de zon. Dat
is dertig keer zo ver van de zon als de aarde. Daarom
is de planeet altijd erg koud.
Neptunus heeft maar liefst 165 jaar nodig om één keer om
de zon te draaien. Dat doet de planeet met een snelheid
van 5,4 kilometer per seconde. Na één omloop rond de zon
heeft de planeet een afstand van ruim 28 miljard kilo
meter afgelegd!
Evenals Jupiter, Saturnus en Uranus, heeft ook de planeet
Neptunus een ringenstelsel. Deze ringen werden op dezelfde
manier ontdekt als de ringen van Uranus, namelijk bij een
sterbedekking.
Het ringenstelsel van Neptunus is ook door het ruimte
voertuig Voyager waargenomen. Behalve drie smalle en een
brede diffuse ring heeft de Voyager nóg een ring rond
Neptunus gefotografeerd. De buitenste ring bestaat uit
een smal centraal dicht gedeelte dat hooguit tien kilo
meter breed is en brede diffusere randen. In totaal is
deze ring niet breder dan vijftig kilometer.
In tegenstelling tot de ringen van Uranus en Saturnus
bevatten de smalle ringen van Neptunus weinig ijs en naar
verhouding veel stofdeeltjes. De meeste deeltjes zijn
microscopisch klein.
Tot het ruimteonderzoek begon waren er bij de verre planeet
Neptunus twee maantjes ontdekt. Als eerste werd in 1846
door de sterrenkundige Lassell
Triton ontdekt. Met een
diameter van 2706 kilometer behoort Triton tot de grotere
manen in het zonnestelsel. Zijn afstand tot Neptunus be
draagt 354.760 kilometer. Hij draait in 5,88 dagen om
Neptunus, echter tegen de wijzers van de klok in. De veel
kleinere
Nereïde, met een diameter van slechts 340 kilometer
werd pas in 1949 ontdekt door G.P. Kuiper. Deze maan staat
gemiddeld op ruim 5« miljoen kilometer van de planeet en
heeft ruim 360 dagen (dus bijna een jaar) nodig voor één
omloop om Neptunus.
In 1989 ontdekte het ruimtevoertuig Voyager-2 vijf nieuwe
maantjes. Van deze maantjes is
Proteus het grootst met
afmetingen van 436 bij 416 bij 402 kilometer. Verderop vind je wat
gegevens over de maantjes van Neptunus.
In de eerste kolom vind je de afstand tot Neptunus in
duizenden kilometers. De werkelijke afstand is dus 1000
keer groter dan het getal in deze kolom. Het aantal dagen dat
het maantje nodig heeft om éénmaal om Neptunus te draaien
staat in de tweede kolom. Het min-teken bij Triton betekent
dat dit maantje tegen de wijzers van de klok in om Neptunus
beweegt. In de derde kolom vind je de schijnbare helderheid
van het maantje in magnituden en in de laatste kolom zijn
diameter, waarbij je kunt zien dat de maantjes Larissa en
Proteus een onregelmatige vorm hebben.
Tenslotte vind je hieronder nog enkele numerieke gegevens
over de planeet Neptunus.
gemiddelde afstand tot de zon: | 30,2708 AE (4528 miljoen km) |
kleinste afstand tot de zon: | 29,9658 AE (4482 miljoen km) |
grootste afstand tot de zon: | 30,5758 AE (4574 miljoen km) |
siderische omlooptijd: | 164,77365 jaar |
synodische periode: | 367,487 dagen |
baansnelheid: | 5,443 km/sec |
equatoriale middellijn: | 49.528 km |
afplatting: | 1/58,5 |
siderische rotatieduur: | 16u 06m 36s |
massa: | 17,14775 (aarde = 1) |
gemiddelde dichtheid: | 1,638 gram per kubieke cm |
zwaartekracht aan het oppervlak: | 1,116 (aarde = 1) |
gemiddelde temperatuur: | 72K (-201°C) |
albedo: | 29% |
absolute magnitude: | -6,87 |
De
siderische omlooptijd is de tijd waarin de planeet de
gehele
dierenriem doorloopt en op dezelfde plaats terug
komt ten opzichte van dezelfde ster, gezien vanaf de
zon.
De
synodische periode is de tijdsduur die een planeet nodig
heeft om, gezien vanaf de aarde, weer dezelfde positie ten
opzichte van de zon in te nemen.
De
siderische rotatieduur van een planeet is de tijd waarin
de planeet éénmaal om haar as draait ten opzichte van de
sterren.
De
absolute magnitude is de helderheid van de planeet als
zij op één
astronomische eenheid (AE) van de zon Šn tegelijk
op 1 astronomische eenheid van de waarnemer staat.
ONTBREKENDE TABEL MAANTJES NEPTUNUS (ZIE TEKST)