Libratie
De aswenteling (met een moeilijk woord zeggen we
rotatie),
van de maan duurt even lang als de omloop van de maan om de
aarde. Dit noemen we
gebonden rotatie. Dat heeft tot gevolg
dat de maan steeds dezelfde kant naar de aarde keert en
we de achterkant van de maan vanaf de aarde niet kunnen zien.
De aswentelingstijd van de maan is altijd hetzelfde. De
snelheid waarmee de maan om de aarde draait echter niet.
Deze snelheid is het grootst wanneer de maan het dichtst
bij de aarde staat
perigeum, en het kleinst wanneer de
maan haar grootste afstand tot de aarde bereikt
(apogeum).
Hierdoor lopen rotatie en omloop in de loop van een maand
een beetje uit de maat. Daardoor zijn éénmaal de oostelijke
en éénmaal de westelijke randgebieden van de maanrand
enigszins naar de aarde gekeerd. Dit noemen we
libratie in
de lengte. We kunnen hierdoor iets meer dan de helft van de
maan zien.
Zo hebben we ook nog een
libratie in de breedte. Deze ont
staat doordat de evenaar van de maan niet evenwijdig staat
aan de beweging van de maan. We zeggen: de maanevenaar
maakt een hoek met het baanvlak van de maan. Deze hoek
bedraagt 6°40'. Dit leidt tot een maandelijkse schommeling
in de richting noord-zuid. Hierdoor is de aarde de ene
keer iets meer naar de noordpool, en de andere keer iets
meer naar de zuidpool van de maan toegekeerd. Door deze
libratie in de lengte en libratie in de breedte kunnen
we in totaal 59% van het maanoppervlak vanaf de aarde
waarnemen.