Geocentrisch wereldbeeld
Tegenwoordig weten we allemaal dat de aarde om de zon heen
draait. Maar slechts een paar honderd jaar geleden dacht bijna
iedereen dat de zon om de aarde heen draaide. Eigenlijk niet
zo gek, want ze zagen de zon immers iedere ochtend opkomen
in het oosten en 's avonds ondergaan in het westen. En niet
alleen de zon leek in één dag om de aarde te draaien, maar
ook de planeten en de sterren. Geen wonder dat men dacht dat
de aarde in het middelpunt van het heelal stond. Dit stelsel,
waarin de aarde centraal staat, noemen we het
geocentrisch
wereldbeeld «geo» is Grieks en betekent «aarde»). Zelfs
de beroemde Griekse sterrenkundige
Claudius Ptolemaeus, die
leefde van 87 tot 150 na Christus was ervan overtuigd dat
de aarde in het centrum van het heelal stond.
Een van de eerste sterrenkundigen die ervan overtuigd was
dat niet de aarde maar de zon een centrale plaats in het
zonnestelsel inneemt was de Poolse sterrenkundige Nicolaus
Copernicus die leefde van 1473 tot 1543. Maar de meeste
geleerden geloofden hem niet. Evenmin werd de beroemde
Italiaanse sterrenkundige
Galileo Galileï (1573-1624) geloofd.
Hij werd zelfs door de kerkelijke autoriteiten gedwongen
zijn uitspraak, dat niet de aarde maar de zon centraal staat,
terug te nemen.
Wij weten dat door de draaiing van de aarde om zijn as het
alleen maar lijkt alsof zon, planeten en sterren om de aarde
heen draaien, maar dat in werkelijkheid de aarde, evenals
alle andere planeten, om de zon draait. Niet de aarde maar
de zon staat dus centraal in het zonnestelsel. Dit stelsel
noemen we daarom het
heliocentrisch wereldbeeld («helios» is
Grieks en betekent «zon»).