Bolometer
Een bolometer is een instrument waarmee straling van hemel
lichamen wordt gemeten.
Als je naar een ster kijkt, zie je maar een klein deel van
de straling die de ster geeft. Je kunt namelijk alleen het
zichtbare licht zien. De ster straalt echter ook andere
soorten straling uit. Vaak zelfs meer dan zichtbaar licht.
Een bolometer kan alle soorten straling meten. We kunnen
hierdoor bepalen hoeveel straling de ster in totaal geeft.
Hoe dat werkt? Er gaat een elektrisch stroompje door het
instrument. De grootte ervan hangt af van de hoeveelheid
straling. Men meet hoe groot dit stroompje is. Dan kan er
uitgerekend worden hoeveel straling de bolometer heeft
ontvangen. Dat wordt wel de
radiometrische helderheid of
radiometrische magnitude genoemd.
Een probleem is, dat niet alle straling van de ster de bolo
meter bereikt. Dat komt doordat de atmosfeer van de aarde
een groot deel ervan tegenhoudt. Toch willen we de werkelijke
hoeveelheid straling van de ster weten. Er moet dus nog iets
opgeteld worden bij de radiometrische helderheid. Dan is de
totale helderheid van de ster gevonden. Deze helderheid wordt
de
bolometrische helderheid of
bolometrische magnitude ge
noemd. Veel straling betekent een grote bolometrische helder
heid. Weinig straling juist een kleine bolometrische helderheid.
De
visuele magnitude is een maat voor de schijnbare helder
heid van een ster, zoals we deze aan de hemel zien staan. Het
verschil tussen visuele magnitude en bolometrische magnitude
noemen we
bolometrische correctie.
bolometrische correctie = visuele magn. - bolometrische magn.
Er is afgesproken dat de visuele magnitude van de zon gelijk
is aan zijn bolometrische magnitude. De bolometrische correctie
van de zon is dus nul. Nu is het mogelijk een lijstje te maken
waarin de bolometrische correctie voor andere sterren staat.
Dat lijstje ziet er als volgt uit:
kleur van de ster bolometrische correctie
(verschil tussen visuele en
bolometrische magnitude)
-------------------------------------------------------
blauw ongeveer 3
blauw-wit ongeveer 1,5
wit ongeveer 0,5
geel ongeveer 0
oranje ongeveer 0,2
rood ongeveer 1,5
Tenslotte geven we nog een voorbeeld. Stel dat een rode ster
een visuele helderheid heeft van magnitude 5,0. Wat is nu
zijn bolometrische helderheid?
De bolometrische helderheid is altijd groter dan de visuele
helderheid. Daarom moeten we de bolometrische correctie van
de visuele magnitude aftrekken om de bolometrische magnitude
te krijgen. Voor een rode ster is de bolometrische correctie
ongeveer 1ġ. Zijn visuele helderheid was magnitude 5. De
bolometrische magnitude wordt dan 5 - 1ġ = magnitude 3ġ.
Magnitude 3ġ is helderder dan magnitude 5. Lees zonodig
ook het verhaal bij
magnitude.